Thursday, September 15

dwalende en dansende gedachten


Na eindeloos denken en denken en denken - en boos zijn op mezelf over de onmogelijke afwezigheid van ook maar enig teken van creativiteit of inspiratie heb ik besloten te beginnen met dat wat ik het liefste doe. En waarvan ik denk dat het me ook wel oké afgaat. (There. I said it. Ik kan dit. Dat moet ik hardop leren zeggen. Leren DURVEN zeggen.) Maargoed, dus, ik begin met wat ik kan: Schrijven over de sterren. Over hoe helder ze schenen en over hoe de drie sterren die het midden van Orion vormen me toelachten vanuit een eindeloze duisternis van diep donkerblauw fluweel. En over hoe ik heel even naar mijn zij greep en mijn vingers op de huid van mijn ribben liet rusten (want daar heb ik Orion laten vereeuwigen op mijn lichaam). Over hoe de zon opkwam en in het oosten de horizon lichtblauw en zachtgeel schilderde en langzaam mijn geliefde sterrenhemel opslokte.



Het licht sijpelde langzaam tussen alle kieren en hoeken de wereld in. Het werd dag en ik zat op mijn knieën in het gras. Dauwdruppeltjes drongen door de dunne stof van mijn rok heen en vormden donkere vlekken op het oppervlak. Ik staarde naar het tafereel - het deerde me niet. Mijn gedachten dwaalden nog tussen de sterren, dansten rondjes om de zon. 

Ik voel me de afgelopen tijd enigszins melancholisch. Aan de ene kant probeer ik mijn dwalende en dansende gedachten wat in te perken, begin ik mijn dagen op een meditatiekussen en dwing ik mantra's in mijn hoofd. Een klein beetje stilte af en toe. Aan de andere kant draaien de wieltjes in mijn bovenkamer rondjes tot ze kraken, analyseer ik ieder klein detail van het leven dat ik leef - en hoe kan ik ook anders. Er is zo bizar veel veranderd. 

Met mijn knieën in het natte gras en de langzaam vervagende, maar immer twinkelende sterren van Orion boven me grijp ik naar mijn hoofd, dringen mijn vingers tussen de klitten van mijn haar. Een stroom van twijfels en aarzelingen spoelt over me heen. Ik voel me een verstekeling op zee. Een stormachtige, klotsende, woest golvende zee. Spartelend, zwaaiend met mijn armen en geen ziel te bekennen. Helemaal alleen. Ik heb geen oog voor de miljoenen lichtjes boven me, slechts voor het universum in mijn hoofd. Het weegt zo zwaar. Zo, zo zwaar. Niet altijd, heus niet, maar nu wel. Het trekt me mee, naar de bodem van de stormachtige zee. En dat haat ik - want ik heb inmiddels al een leven lang zwemles. En toch lukt het me niet te blijven drijven.

Er gebeurt zo belachelijk veel. Zoveel tegelijkertijd. En alles wat ik me af kan vragen is hoe een mens het vol houdt. Hoe een mens in deze wereld iedere dag uit bed komt. Tegelijkertijd weet ik het antwoord want ik doe het zelf. Ik spring iedere ochtend om zeven uur mijn bed uit - soms neuriënd, soms met een donderwolk boven mijn hoofd en leef. Ik loop en adem en dans en zing, ik werk plots meer dan dertig uur in de week en zak iedere avond nog voor de zon achter de horizon verdwijnt in elkaar om niet veel later in een diepe slaap te verdrinken. Ik woel in bed en droom eindeloos verwarrende dromen. Soms sla ik 's ochtends mijn lakens van me af en weet ik dat het goed komt. Soms laat ik me 's avonds in het gras vallen en betwijfel ik iedere beslissing die ik ooit heb genomen.

Uiteindelijk weet ik, zittend onder die langzaam verdwijnende sterrenhemel dat ik op moet staan en naar huis moet gaan. Dat ik even moet zitten, lezen of mijn gezicht in mijn veel te grote knuffelbeer moet duwen. Of in een shirt dat ik droeg tijdens dat ene kampvuur, plots weer omringd zijn door rook en knapperend hout, mijn gedachten terugleiden naar het nu - of naar een zorgeloze herinnering. Uiteindelijk weet ik dat de sterren boven me zijn. En herinner ik me de kleine dingen die eigenlijk heel groot zijn. En de grote dingen die er niet zo toe doen. De onmetelijkheid van de wereld en alles daaromheen.

Wat ik eigenlijk wilde zeggen is dat ik het kut (eh--stom) vind dat ik niet schrij. En dat er een heleboel gebeurt. Dat ik een baantje heb gevonden - een heel leuk baantje - en dat alles opeens anders is. Dat ik een heleboel leer en dat dat heleboel soms best zwaar en moeilijk is. Maar moeilijk betekent meestal dat iets de moeite waard is. Dat heeft zich in de achttien jaar dat ik besta in ieder geval enigszins laten blijken.

Vergeet niet af en toe omhoog te kijken en de sterren te zien. Even alleen de sterren. En niets anders. Alles wat er toe doet is nu. Nu. Ik ben nu. Jij bent nu. Wie ik was toen ik dit schreef ben ik niet meer als jij dit leest en dat is het mooie. Het allermooiste. 

12 comments:

  1. We zijn niet boos Laura iedereen kan wel eens even geen tijd vinden om te schrijven, foto's te maken of even sociaal bezig te zijn. Wel weer een hele mooie post en daar gaat het toch om! (je staat op de blog van Teske als je het nog niet gezien had)

    ReplyDelete
  2. "Nu. Ik ben nu. Jij bent nu. Wie ik was toen ik dit schreef ben ik niet meer als jij dit leest en dat is het mooie. Het allermooiste." Het is deze zin die het gewoon perfect af maakt. Ik ben niet de persoon die ik gisteren was en morgen ben ik ook niet de persoon van vandaag <3

    ReplyDelete
  3. Wat kan je toch prachtig schrijven, Laura! Ik werd echt even helemaal meegezogen in je tekst. <3

    ReplyDelete
  4. Prachtig. Dat is hoe ik dit omschrijf. De eerlijkheid die in al jouw stukjes en foto's zit raakt me. En wat maakt het uit dat het eens even niet lukt? Het is oke.

    Liefs x

    ReplyDelete
  5. wow jij moet echt een boek schrijven!! je schrijfstijl is echt supergoed!!!

    ReplyDelete
  6. wow jij moet echt een boek schrijven!! je schrijfstijl is echt supergoed!!!

    ReplyDelete
  7. wauw! Ik hou er ook van naar de sterren te kijken, heerlijk om te lezen hoe je erover schrijft, vooral omdat je echt prachtig schrijft. Je voert me mee.

    ReplyDelete
  8. Ik herken zoveel van mezelf in dit kleine, mooie stukje tekst. Het is gewoonweg wonderbaarlijk hoe goed jij kan schrijven, vertellen, dingen kan verwoorden.
    Ik wou dat ik ook iets had om in uit te blinken, helaas.

    ReplyDelete
  9. perfect geschreven <3

    ReplyDelete
  10. Uiteindelijk weet ik, zittend onder de langzaam verdwijnende sterrenhemel dat ik op moet staan en naar huis moet gaan. Dit is wat ik zelf ook heb.Soms denk ik gewoon van, waarom doe ik dit eigenlijk? Ik sta op in de ochtend, ga naar school, leer zogenaamd dingen, ga naar huis, ga achter mijn computer zitten , ik maak mijn huiswerk en dan ga ik naar buiten en dan is de dag voorbij. Eigenlijk is alles wat we doen voor de toekomst. Alles wat we doen, alles wat we zeggen is voor de toekomst. Het nu is de toekomst geworden en ik weet echt niet wat ik daar van vind. En wat ik ook zo mooi vind en toch best angstaanjagend is dat wat ik nu doe over 1 miliseconde weer net was.
    Toekomstnutoentoekomstnutoentoekomstnutoenenz...

    ReplyDelete
  11. mijn god dit is mooi! je brengt me bijna aan het huilen <3

    ReplyDelete

Thanks!